Dinsdag 7 maart 2017, 13:50 uur
Door Kees de Graaff
Opnieuw zijn er onregelmatigheden geconstateerd in de wijze waarop deurwaarders en incassobureaus proberen geld te innen van schuldenaren.
Eerder werden er al wanpraktijken vastgesteld in de vorm van onterechte vorderingen, te hoge invorderingskosten, dreigementen en nepdagvaardingen. Nu blijken ook de openbare veilingen die in het huis van de schuldenaar georganiseerd worden, niet op wettige gronden te berusten. Dit blijkt uit een onderzoek van de website Overheidsgedonder.nl.
Wanneer iemand in Nederland zijn schulden niet kan betalen, kan hij geconfronteerd worden met beslaglegging. Dan komt er een deurwaarder langs, eerst om een zogenaamde executoriale titel (vonnis/dwangbevel/aanzegging) te overhandigen. In die papieren staat dat ze "bij alle middelen door de Wet toegestaan", zullen proberen om geld te innen.
Er zijn verschillende soorten beslag, waaronder inkomstenbeslag, derdenbeslag, boedelbeslag en raambeslag.
Bij boedelbeslag en raambeslag wordt er beslag gelegd op de inboedel van de schuldenaar. Dan komt de deurwaarder nogmaals langs, maar nu om door het huis te lopen (of rond het huis te lopen en door de ramen naar binnen te kijken, zoals bij raambeslag). Hierbij bepaalt hij welke spullen voor openbare verkoop in aanmerking komen. In het geval van boedelbeslag worden er meestal stickertjes op deze spullen geplakt.
Hierna maakt de deurwaarder een zogenaamde akte van beslag (proces-verbaal) op. Op deze lijst staan alle spullen waarop de deurwaarder beslag heeft gelegd met het oogmerk om deze te verkopen. Dit proces-verbaal moet binnen 3 dagen aan de schuldenaar worden betekend.
Als dit gebeurd is, plaatst de deurwaarder een aankondiging in de landelijke of plaatselijke dagbladen, met daarin ook de datum waarop de executoriale verkoop onder zijn leiding zal plaatsvinden in het huis van de schuldenaar. Ook op de deur of een raam van het huis wordt een biljet geplakt met daarop de aankondiging voor de verkoop. Op het plaatselijke gemeentehuis komt eveneens een aankondiging (openbare kennisgeving) te hangen.
Op de betreffende datum worden de spullen dan bij opbod verkocht aan belangstellenden.
De rechten van schuldenaren in Nederland worden slecht beschermd in vergelijking met de landen om ons heen. In landen als Engeland, Duitsland en Frankrijk moet de deurwaarder een "redelijke" inboedel laten staan in de vorm van eenvoudige meubels en computers met een waarde van minder dan 1.000 euro.
Nederlandse schuldenaren hebben dit recht niet, daar hoeft de deurwaarder alleen de inhoud van de koelkast, kleding en de bedden maar achter te laten, plus de spullen die de kostwinner voor zijn werk nodig heeft.
En dit gebeurt ook vaak zo. Het komt regelmatig voor dat gezinnen die een openbare verkoop meegemaakt hebben, achterblijven in een huis dat volledig leeg gestript is. Zelfs kinderspeelgoed, fotolijstjes en huisdieren worden meegenomen.
De opbrengst van gedwongen verkoop van tweedehands spullen is doorgaans gering.
Hoewel de schuldenaar vaak met lege handen achterblijft, is dit voor de deurwaarder geen signaal om de schuld als "niet invorderbaar" te beschouwen. De incassopraktijken gaan ook na een openbare verkoop vaak nog gewoon door.
Ondanks dat er hier en daar stemmen opgaan om iets te doen aan deze voor de getroffen gezinnen vaak traumatische praktijken, lijkt de Nederlandse regering vooralsnog niet van zins om de regels hieromtrent aan te passen.
Toch lijkt er nu een lichtpuntje te ontstaan voor dergelijke gevallen, waardoor in ieder geval het letterlijk leeg trekken van een huis tot het verleden zal gaan behoren.
Kim Wittop Koning, als juriste betrokken bij o.a. de website Overheidsgedonder.nl, heeft ontdekt dat er geen wettige grond bestaat waarop de deurwaarder een veiling mag organiseren in het huis van de schuldenaar zelf.
Het blijkt dat dit vroeger ook niet zo gedaan werd. Toen werden de spullen waarop beslag gelegd was eerst nog afgevoerd naar een ruimte waar de openbare verkoop georganiseerd kon worden.
Dit zijn deurwaarders echter steeds meer in het huis van de schuldenaar zelf gaan doen, waarschijnlijk deels voor het gemak (de meeste deurwaarderskantoren beschikken niet eens meer over een eigen toonruimte en/of veilinghuis), maar ook om de kosten te drukken. Als de geschatte opbrengsten lager uitvallen dan de kosten, mag een deurwaarder immers überhaupt geen veiling organiseren.
Doet hij dit wel, dan is dat misbruik van bevoegdheid en dan kan de schuldenaar dit rapporteren bij de toezichthouders ACM en AFM, de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders en consumentenorganisaties als de Consumentenbond.
Een openbare verkoop biedt deurwaarderskantoren, die overigens vaak zelf ook in financiële problemen zitten, de kans om de eigen kas nog wat te spekken. Hoe meer handelingen ze moeten verrichten, hoe meer kosten ze moeten maken en deze worden vaak gewoon bij de schuld opgeteld.
De wet biedt hen daar echter geen ruimte toe, zo werd al eerder vastgesteld. Maar branchevereniging NVI heeft nog niet te kennen gegeven dat deze praktijken nu ook echt tot het verleden behoren.
Sterker nog, in het proces van boedelbeslag worden er ook nog enkele andere wetten met voeten getreden, zo blijkt nu.
Dat begint al als de deurwaarder aanbelt om beslag te gaan leggen. Dan is hij zelden of nooit in het bezit van een opdracht voor boedelbeslag, afgegeven door de partij waar de schuldenaar zijn schuld bij heeft. Hij is echter wel wettelijk verplicht om deze opdracht bij zich te hebben en deze ook te tonen aan de schuldenaar.
Vervolgens gaat het fout op het moment dat de akte van beslag opgemaakt wordt. Zodra deze voorzien wordt van de handtekening van de deurwaarder, vindt er een verplaatsing van het eigendomsrecht plaats. Oftewel, de spullen behoren vanaf dat moment niet meer toe aan de schuldenaar, maar aan de deurwaarder. De deurwaarder moet de schuldenaar binnen 3 dagen laten weten wanneer er tot verkoop zal worden overgegaan, en deze datum moet minimaal 4 weken later zijn.
In de akte van beslag wordt de schuldenaar bevolen om de goederen, die nu dus van de deurwaarder zijn, onder zich te houden als bewaarder en ze bovendien in keurige staat te onderhouden tot het moment waarop de daadwerkelijke verkoop plaatsvindt. Dit alles blijkt echter onwettig te zijn, en kan dus geschaard worden onder de initimidatiepraktijken waar deurwaarders zich ook schuldig aan maken bij o.a. onterechte vorderingen en nepdagvaardingen.
Er bestaat geen enkele wettige grond waarop de deurwaarder het woonhuis van de schuldenaar mag gebruiken als commerciële opslagplaats voor zijn goederen.
Hiernaast maakt het huis uiteraard ook geen onderdeel uit van de openbare ruimte, dus ook op die manier mag de deurwaarder er geen gebruik van maken. De regels schrijven voor dat de deurwaarder de goederen per direct en op eigen kosten moet afvoeren. Net zoals justitie dat doet, bijvoorbeeld bij beslaglegging op de eigendommen van veroordeelde criminelen.
Het tweede juridische probleem dat zich voordoet is dat de gemeente aan het adres van de schuldenaar uitsluitend een woonbestemming toegekend heeft.
Wie bijvoorbeeld een winkel in zijn huis wil beginnen, dient over een aanloopvergunning te beschikken wanneer dat huis onderdeel uitmaakt van een buurt of flat waar de aanloop "als overlast zou kunnen worden ervaren". Een woonhuis (koop of huur) kent nooit een zakelijke bestemming, dat moet eerst zo worden bepaald.
Vanaf het moment van beslagname voert de schuldenaar dus feitelijk een onwettige zaak uit, hiertoe aangezet door de deurwaarder.
Ook in de huur- of koopovereenkomst is vaak wettelijk bepaald dat het pand uitsluitend over een woonbestemming beschikt.
Het volgende punt waarop de deurwaarder de wet overtreedt, is het moment waarop de deurwaarder gaat fungeren als veilingmeester. De wet zegt hierover:
"De executie geschiedt doordat de deurwaarder de zaak onder zich neemt en afgeeft aan degene die haar krachtens de executoriale titel moet ontvangen." (Artikel 491 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering)
Oorspronkelijk was dit een aparte veilingmeester, maar deze rol is in de loop der jaren steeds meer overgenomen door de deurwaarder zelf. Hij is degene die de openbare verkoop in het huis van de schuldenaar leidt en bepaalt wie welk artikel mag kopen.
Dit staat de wet op zich wel toe, maar slechts onder voorwaarde dat de deurwaarder dit aan de schuldenaar betekent, oftewel persoonlijk aan hem bekend maakt:
"Indien de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat, kan de executie eerst worden aangevangen of voortgezet na betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde." (Artikel 431a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering)
Dit gebeurt in de praktijk nooit. De schuldenaar ontvangt geen officiële kennisgave van de deurwaarder over de verandering van zijn rol.
Zolang dit nog niet algemeen bekend is bij alle betrokken partijen, dient de schuldenaar zelf actie te ondernemen, stelt Kim Wittop Koning van Overheidsgedonder.nl.
Als na de ondertekening van de akte van beslag de deurwaarder geen aanstalten maakt om "zijn" spullen direct mee te nemen (wat dus vrijwel nooit het geval is), moet de schuldenaar de deurwaarder sommeren om de goederen binnen vijf dagen op te komen halen voor opslag op een andere plek. Van het huis van schuldenaar kan voor dat doel op geen enkele wijze gebruik gemaakt worden.
De deurwaarder dient ook medegedeeld te worden dat indien hij in gebreke blijft, de schuldenaar zich genoodzaakt ziet om onverwijld kosten in rekening te brengen voor het ongeoorloofde gebruik van zijn huis als commerciële opslagplaats.
Vervolgens dient de schuldenaar zijn gemeente te sommeren om een kopie te verstrekken van de aanloopvergunning die aan zijn adres moet zijn toegekend om het pand publiekelijk toegankelijk te maken. Bij het uitblijven van die vergunning eist hij dat de gemeente de openbare kennisgeving intrekt op straffe van 690 euro per dag (dwangsom) dat deze er nog langer hangt.
Nadat beide partijen schriftelijk door de schuldenaar in kennis gesteld zijn dat hij niet aan de openbare verkoop van andermans goederen per adres wenst mee te werken omdat dit in strijd is met de woonbestemming, de wet openbare ruimte en het huurcontract/koopovereenkomst, wacht hij af.
Waarschijnlijk zullen zowel het deurwaarderskantoor als de gemeente er vanaf dat moment het zwijgen toe doen. Dat komt omdat zij vermoedelijk al op de hoogte zijn van het feit dat openbare verkoop na boedelbeslag op gespannen voet staat met de regels en woonbepalingen.
Na het verstrijken van de termijn van vijf dagen die de schuldenaar aan de deurwaarder gegeven heeft om zijn spullen te komen ophalen, is de deurwaarder dus officieel in overtreding van bovengenoemde feiten.
Aangezien de deurwaarder het huis van de schuldenaar nu tegen diens wil als commerciële opslagplaats gebruikt, kan de schuldenaar vanaf dat moment facturen gaan sturen. Het verdient de aanbeveling om ergens bij een opslagplaats in de buurt ter oppervlakte van ongeveer die van het huis te informeren naar de prijzen, en daar de facturen op te baseren.
Hij stelt de deurwaarder wederom vijf dagen in het vooruitzicht om het bedrag op uw rekening te voldoen. Hij maakt tevens kenbaar dat bij niet betalen een incassobureau zal worden ingeschakeld.
Hiermee is de aanzet gemaakt tot een gerechtelijke procedure. Indien de zaak voor de rechter komt moet de rechter, voor de deurwaarder om de zaak te winnen, komen tot de volgende besluiten:
- De opgenomen bepaling in het huurcontract/koopovereenkomst van de schuldenaar aangaande de woonbestemming is niet rechtsgeldig. Dat wil zeggen dat de schuldenaar te allen tijde zijn huis voor andere doeleinden mag gebruiken dan de gevorderde woonbestemming.
- Hetzelfde geldt voor de gemeentelijke woonbestemming en de landelijke registratie van het perceel als woonadres. Oftewel, de rechter dient om de deurwaarder te laten winnen, juridisch aan te tonen dat de schuldenaar nooit een woonbestemming heeft gevoerd, of dat er op het moment van de eventuele publieke verkoop van de goederen op het adres van de schuldenaar een uitzonderingsregel geldt.
- Bovendien dient de rechter aan te tonen dat de gemeente zonder het verstrekken van een vergunning het recht had om het huis van de schuldenaar publiekelijk toegankelijk te maken.
Dit zal de rechter nooit doen, waarmee de zaak door de schuldenaar gewonnen wordt en een openbare verkoop in zijn woning van de baan is.
Een andere manier voor de schuldenaar om te voorkomen dat er een openbare verkoop in zijn woning zal plaatsvinden, is om na de ondertekening van het proces verbaal door de deurwaarder, de in beslag genomen goederen na vijf dagen te verplaatsen naar een andere ruimte. Bijvoorbeeld een commerciële opslagruimte zoals Shurgard. De schuldenaar heeft immers geen verplichting om de spullen in zijn eigen huis te houden.
Hiervan dient de deurwaarder dan wel op de hoogte gesteld te worden en de goederen moeten ook voor hem toegankelijk blijven (bijvoorbeeld door hem aan te bieden dat de sleutel van die opslagruimte bij de schuldenaar opgehaald kan worden). Anders valt dat onder "het aan bewaring onttrekken" van goederen en dat is strafbaar.
Aangezien de deurwaarder volgens de regels zelf de plicht had om de in beslag genomen goederen af te voeren, kunnen de kosten van deze verplaatsing verhaald worden op de deurwaarder. Mocht de deurwaarder dit weigeren, dan kan er weer een gerechtelijke procedure gestart worden.
Een openbare verkoop in de woning van de schuldenaar kan sowieso ook nooit in het verlengde liggen van het bevel tot binnentreden in eerste instantie (het boedelbeslag), stelt Kim Wittop Koning van Overheidsgedonder.nl.
Voor toetreding in de woning op de dag van de openbare verkoop, tegen de wil van de schuldenaar, zou een apart gerechtelijk bevel nodig zijn. Het betreffende wetsartikel heeft immers alleen betrekking op de inbeslagneming, niet op een eventuele openbare verkoop.
Verder blijken incassobureaus geregeld op eigen houtje te opereren. Bij grote schulden, zoals restschulden, is de eerste schuldeisende partij (normaal gesproken de bank) vaak niet langer de houder van de schuld op het moment dat een incassobureau in actie komt. De bank heeft die schuld dan voor doorgaans niet meer dan een paar procent van het oorspronkelijke bedrag doorverkocht aan het incassobureau en het resterende bedrag afgeschreven.
Op dat moment bestaat de oorspronkelijke schuld dus feitelijk niet meer, maar hier krijgt de schuldenaar meestal niets over te horen. Die wordt in de waan gelaten dat hij nog steeds het oorspronkelijke bedrag schuldig is, en er wordt ook gedaan alsof die eerste schuldeisende partij nog steeds de oprdrachtgever is. Dit bleek o.a. uit een uitzending van het tv-programma De Monitor eerder dit jaar.
Een andere scheefgroei betreft het feit dat de deurwaarder op de dag van de openbare verkoop soms vergezeld door de politie aan de deur van de schuldenaar verschijnt. Wat doen die agenten daar, als een openbare verkoop in het huis van de schuldenaar tegen diens wil helemaal niet wettig is?
Dit komt waarschijnlijk omdat de politie ook niet altijd volledig op de hoogte is van wat de Nederlandse wet er precies over zegt. De politie wordt weliswaar geacht de wet te beschermen, maar wetboeken zijn dik en dan valt een agent er in de praktijk blijkbaar toch makkelijk op terug om dingen te doen "zoals ze nou eenmaal gaan" dan het betreffende wetsartikel er eerst nog even op na te slaan.
De waarheid is echter dat een deurwaarder de hulp van de politie en/of een slotenmaker weliswaar mag inroepen bij de beslaglegging op de inboedel, maar niet voor het organiseren van een openbare verkoop.
Het is dus aan te raden voor iemand die tegen een geplande openbare verkoop aankijkt om van tevoren even in overleg te treden met de wijkagent of langs te gaan bij het plaatselijke politiebureau, om de kwestie te bespreken. Uiteraard is het daarbij raadzaam om goed beslagen ten ijs te komen en eventueel kopieën van de betreffende wetsartikelen bij de hand te hebben.
Het wordt al met al steeds meer duidelijk dat de incassobranche aan elkaar hangt van zelf bedachte constructies en op eigen initiatief toegeëigende rechten waarvoor in werkelijkheid geen enkele wettige basis bestaat. En de meeste schuldenaren en zelfs de politie hebben het, zich blijkbaar niet bewust van wat de wet er precies over zegt, laten gebeuren.
Uit de verhalen van ervaringsdeskundigen valt echter ook op te maken dat het werkt om terug te vechten. Wie zich goed informeert en bijvoorbeeld dreigt met een rechtzaak (die weer precedenten kan scheppen voor mensen in een soortgelijke situatie, wat schuldeisers vaak niet willen), heeft veel meer kans om tot een schikking te komen dan wie zich als een mak lammetje naar de slachtbank laat leiden.
Kortom: verzet loont.
Toevoeging BrekendNieuws.nl: Wij danken Kim Wittop Koning van Overheidsgedonder.nl hartelijk voor haar gedegen onderzoek in deze. Hopelijk hebben veel mensen er wat aan.
Geholpen met deze informatie?
Je helpt ons met een kleine donatie
Mail ons even voor de juiste gegevens svp.